Published On May 7, 2024
#Laïs #FerdinandVercnocke
Zij is naar 't duin gegaan
Haar bruidskleed had zij aan
Baren gaan heen en weer
Sterren staan klaar
Eenzaam in doods gebied
Ontwaakt hij en hoort haar lied
Baren gaan heen en weer
Donker is 't tij
Hij kwam uit zee naar 't strand
Hij nam haar bij de hand
Baren gaan heen en weer
Sterren staan klaar
Donker duin
Donker duin
Sterren staan helder klaar
Zij rusten eeuwig
Bij elkaar
Toen in dat geurend kruid
Werd zij 'n gekroonde bruid
Baren gaan heen en weer
Donker is 't tij
Hij nam haar met zich mee
Terug naar de brandende zee
Baren gaan heen en weer
Sterren staan klaar
Donker duin
Donker duin
Sterren staan helder klaar
Zij rusten eeuwig
Mm mm... Bij elkaar
Donker duin
Donker duin
Sterren staan helder klaar
Zij rusten eeuwig
Mm mm... Bij elkaar
(Tekst: bewerking van een ballade van Ferdinand Vercnocke, 1942)
DE BRUIDSNACHT (oorspronkelijke tekst, 1942)
Zij is bij nacht naar ’t duin gegaan,
haar ruisend bruidskleed had zij aan.
De baren gaan en keren.
“Ik draag een kroon op mijn blinkend haar.,
het duin is donker, de sterren klaar.”
En eenzaam in zijn doods gebied,
ontwaakt hij en aanhoort haar lied.
De baren gaan en keren.
“Draagt gij een kroon op uw blinkend haar?
Het duin is donker, de sterren klaar.”
Hij kwam uit zee naar ’t duister strand,
hij nam haar bij de bleke hand.
De baren gaan en keren.
“Van minne is mijn hart zoo zwaar,
het duin is donker, de sterren klaar.”
Toen, in de zeenacht, in ’t geurend kruid,
werd zij zijn gekroonde bruid.
De baren gaan en keren.
“Het duin is donker, de sterren klaar:
wij rusten eeuwig bij elkaar.”
Hij nam haar in zijn armen mee,
en keerde terug naar de brandende zee.
De baren gaan en keren.